Thimothée Atouba: 'Mijn periode bij Ajax is de slechtste uit mijn leven als voetballer geweest'
15 mei 2020 15:39 - VICE Sports
Foto: Pro Shots
Thimothée Atouba bewaart weinig goede herinneringen aan zijn periode bij Ajax. Dat geeft hij aan in een uitgebreid interview met VICE Sports. Bij zijn eerste wedstrijd ging het al mis. "Ik dacht: ik heb al in de Premier League en de Bundesliga gespeeld; de Eredivisie wordt een eitje. Dat was een grote fout van mij", aldus Atouba. "Mijn eerste competitiewedstrijd speelden we tegen PSV, een goed team. Ik merkte dat ik nog niet honderd procent fit was en nog geen goede klik had met mijn teamgenoten."
Atouba gaat verder: "Ik wilde soms de lange bal spelen, maar Ajax wil altijd tiki-taka spelen, zoals Barcelona. Ik raakte enorm gefrustreerd. Ik verloor de bal vaak, omdat ik mijn teamgenoten niet begreep. Het was mijn fout dat we die wedstrijd verloren. Ik herinner me dat Luis Suárez na de wedstrijd in de kleedkamer naar me toe kwam. Hij was woedend en gaf me keihard op mijn flikker. Ik werd niet eens boos op hem. Het was terechte kritiek."
Tijdens een wedstrijd met Jong Ajax raakte hij geblesseerd aan zijn meniscus. "Ajax is daarom de slechtste periode uit mijn leven als voetballer geweest. Echt de allerslechtste", zo geeft hij aan. "Aan het einde van de revalidatie mocht ik naar Kameroen, om mijn familie te zien. Daar kreeg ik opeens enorm last van die knie. Ik kon niet meer normaal lopen en vloog meteen terug naar Nederland. Wat bleek? Er zat een infectie in mijn knie. Het was verschrikkelijk. Ik moest op zoek naar een oplossing en ging van specialist naar specialist. De knie werd zelfs weer opengemaakt, om te kijken wat er mis was. Ze vonden niks, maar de pijn bleef."
De verdediger voelde zich nooit honderd procent fit in Amsterdam. "Ik speelde in Jong Ajax op zeventig procent van wat ik kon. Ploeggenoten bij Jong Ajax vroegen me steeds waarom ik bij hun rondliep, met mijn veertig interlands voor Kameroen. Het werd op een gegeven moment gewoon grappig", zegt hij daarover. "Gelukkig had ik veel steun aan Eyong Enoh. Hij komt ook uit Kameroen en was als een jongere broer voor me. Enoh nam me bijvoorbeeld mee naar de kerk. Ik kom uit een christelijke familie, dus ik zocht hulp in het geloof. Mijn vrouw ging naar Lourdes, om heilig water te halen. Misschien zou dat helpen, dacht ze. Maar ik werd niet beter. In 2010 miste ik het WK in Afrika met Kameroen. Ik was er kapot van."