De meest succesvolle buitenlandse coaches bij Ajax
Dit artikel is een commerciële partnerbijdrage.
25 november 2024 19:38
Foto: Pro Shots
In 2024 verraste Ajax met het contracteren van Francesco Farioli. De Italiaan is namelijk de eerste buitenlandse hoofdcoach sinds Morten Olsen in 1998 werd ontslagen. In het verleden zijn er in Amsterdam meerdere buitenlandse coaches werkzaam geweest. Sommigen hadden weinig succes en zijn alweer in de vergetelheid geraakt. Maar onder de buitenlandse Ajax-trainers vinden we ook legendarische namen die De Godenzonen naar vele prijzen wisten te leiden.
In dit artikel blikken we terug op vier succesvolle buitenlandse trainers in dienst van Ajax. Samen waren zij goed voor liefst twaalf landstitels van de Amsterdammers.
Jack Reynolds
Trainer van Ajax: 1915-1925, 1928-1940, 1945-1947
Jack Reynolds geniet in Amsterdam een legendarische status. De Engelsman was liefst drie verschillende periodes werkzaam bij Ajax; een unicum. Per toeval kwam de immer met bolhoed getooide Engelsman in Nederland terecht. In 1915 was Reynolds aangesteld als bondscoach van Duitsland. Maar nog voor er een interland gespeeld was, brak de Eerste Wereldoorlog uit. Daardoor kwam de trainer in het neutrale Nederland terecht.
Ajax was in 1915 nog tweedeklasser, maar onder Reynolds volgden de successen snel. In 1917 behaalde de club zijn eerste echte grote prijs: de KNVB Beker. Een jaar later pakte Ajax de eerste landstitel in de clubgeschiedenis. In 1919 volgde meteen het tweede landskampioenschap. Reynolds vertrok na tien jaar en ging aan de slag bij stadgenoot Blauw Wit.
Na drie jaar bij de Zebra’s keerde Reynolds in 1928 terug bij Ajax. Dit keer bleef de Brit twaalf seizoenen. Het werd een van de meest succesvolle periodes uit de clubgeschiedenis. Ajax groeide voor het eerst uit tot de toonaangevende club in het Nederlandse voetbal en veroverde liefst vijf landstitels. Aan die voorspoed kwam echter een eind met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Reynolds werd als Engelsman opgepakt en verbleef in verschillende krijgsgevangenkampen. In 1945 keerde hij terug bij Ajax en bleef dit keer tot 1947. In het laatste jaar pakte Ajax zijn achtste landstitel. Pas in 1957 behaalde Ajax zijn eerste landstitel onder een andere trainer dan Reynolds.
Reynolds bleef altijd in Nederland wonen en overleed in 1962 op 81-jarige leeftijd. Als eerbetoon werd de grote zittribune in stadion De Meer naar hem vernoemd.
Vic Buckingham
Trainer van Ajax: 1959-1961, 1964-1965
Vic Buckingham was een andere legendarische Engelse trainer van de Amsterdammers. Veertien jaar lang was hij een vaste middenvelder geweest bij Tottenham Hotspur. Ook had hij als trainer al een FA Cup op zak met West Bromwich Albion. Er kwam in 1959 dus écht iemand binnen in Amsterdam. En dat was nodig ook, want na het vertrek van Jack Reynolds in 1947 had Ajax slechts één landstitel gepakt.
Onder leiding van Buckingham kwam al snel de ommekeer. Ajax scoorde er lustig op los, en mensen die aan sportwedden deden, zetten vooral in op grote uitslagen. Blauw Wit kreeg er met 8-1 van langs, en het arme Volendam werd zelfs met 9-0 verslagen. Uiteindelijk eindigden Ajax en Feyenoord gelijk bovenaan, en volgde er een beslissingsduel. In het Olympisch Stadion vernederde Ajax de rivaal uit Rotterdam met 5-1. Vooral Henk Groot en Sjaak Swart waren niet te houden. Ajax pakte zijn tiende landstitel met groots spel. Na een tweede seizoen, waarin Ajax net achter Feyenoord eindigde, keerde Buckingham terug naar Engeland.
Drie jaar later kwam de Engelsman weer terug in Amsterdam. Maar zijn tweede periode werd geen succes. Integendeel, het werd een rampjaar waarin Ajax zich maar net wist te handhaven. Tóch kende het seizoen een bijzonder moment. Op 15 november 1964 liet Buckingham het jonge talent Johan Cruijff debuteren in Ajax 1. De 17-jarige aanvaller scoorde meteen tegen GVAV, hoewel Ajax uiteindelijk met 3-1 verloor.
Niemand was er echter rouwig om dat Buckingham in 1965 naar Fulham vertrok. De Brit was daarna in het buitenland nog geregeld succesvol. Zo trainde hij na Ajax ook nog FC Barcelona, Sevilla en Olympiakos Piraeus.
Ștefan Kovács
Trainer van Ajax: 1971-1973
De Roemeen Ștefan Kovács is samen met Louis van Gaal en Rinus Michels de meest succesvolle trainer uit de geschiedenis van Ajax. Nadat Ajax in 1971 zijn eerste Europacup 1 won, vertrok Rinus Michels naar Barcelona. Als opvolger verraste Ajax met Kovács. De Roemeen had alleen in eigen land gewerkt, waar hij één landstitel veroverde met Steaua Boekarest. De Ajax-spelers waren echter dolblij met de zachtaardige coach. Na bullebak Michels liet Kovács de teugels vieren. Johan Cruijff bepaalde grotendeels de tactiek en iedereen hield elkaar scherp.
Onder zijn leiding won Ajax alle prijzen die er maar te winnen waren. In twee jaar tijd won het twee landstitels, een KNVB Beker, twee keer de Europacup 1, de Europese Supercup én de Wereldbeker voor clubteams. Daarmee is Kovács de meest succesvolle trainer aller tijden in het Nederlandse clubvoetbal. Ajax was dolgraag doorgegaan met Kovács, maar de Roemeense autoriteiten stonden een langer verblijf in het buitenland niet toe. Later werd de Roemeen nog coach bij het Franse nationale team, Panathinaikos en Monaco. Op 74-jarige leeftijd overleed hij in 1995 in Roemenië, enkele dagen voor Ajax de Champions League-finale zou winnen.
Tomislav Ivić
Trainer van Ajax: 1976-1978
Toen de Joegoslaaf Tomislav Ivic in 1976 naar Amsterdam kwam, verkeerde Ajax in een diepe crisis. Na het vertrek van Johan Cruijff in de zomer van 1973 had Ajax geen landstitel meer gepakt en ook in Europa werd weinig klaargespeeld. De van Hajduk Split gehaalde Ivić moest weer voor succes gaan zorgen.
En dat lukte. In zijn eerste jaar pakte Ivić meteen de landstitel. Ook gaf hij jonge talenten als Frank Arnesen, Søren Lerby, Tscheu La Ling en Simon Tahamata veel speeltijd, waarmee hij aan de wieg stond van hun doorbraak. Ondanks dat kreeg Ivić veel kritiek te verduren van de supporters en de media. Hij liet Ajax effectief countervoetbal spelen, totaal niet in lijn met de clubtraditie. Zo won Ajax liefst 15 wedstrijden met één doelpunt verschil.
In zijn tweede seizoen kreeg Ivić te maken met de overmacht van het gouden PSV. Omdat ook de bekerfinale werd verloren van AZ’67, bleef Ajax in Ivić’ tweede jaar zonder prijzen. De Joegoslaaf mocht daarom vertrekken. In de jaren daarna groeide Ivić uit tot een trainer van wereldformaat. Hij won vele prijzen met Anderlecht, FC Porto, Atlético Madrid en Olympique Marseille. Wel bleef hij zijn defensieve tactiek trouw, waardoor er voor fijnproevers weinig te genieten viel. Ivić overleed in 2012 in zijn geboorteplaats Split.