Ajax en de cadeau gedane landstitels aan PSV
26 april 2022 12:31
Foto: Pro Shots
Verslaggever: Willy Rooyakkers
Er zijn nog vier duels te spelen in de Eredivisie, Ajax koestert een voorsprong van vier puntjes op de grootste sportieve concurrent van de laatste vier decennia: PSV.
Dat het nog allerminst een zekerheid is dat de Amsterdammers ook daadwerkelijk met de schaal gaan strijken wijst de recente geschiedenis wel uit. Tot zeker drie keer toe hielpen de hoofdstedelingen het al bijna berustende PSV terug in het zadel en kon in Eindhoven alsnog de platte kar uit de remise worden gehaald.
Spangen
We schrijven het jaar 1991 als op de voorlaatste speeldag van de competitie liefst 10.000 Ajax-fans naar Rotterdam-West zijn getogen. De formatie van trainer Leo Beenhakker neemt het op tegen het al gedegradeerde, en zelfs bijna opgedoekte, SVV Schiedam. Omdat er zoveel fans uit de hoofdstad worden verwacht wordt er dus uitgeweken naar het vlakbij gelegen Spangen, thuishaven van Sparta Rotterdam.
Ajax staat vooraf qua punten gelijk met PSV maar de Eindhovenaren koesteren een beter doelsaldo. PSV moet echter op dezelfde dag naar FC Groningen, vooraf gezien als een lastige horde. En dat blijkt ook al meteen want binnen no-time komen de eerste berichten binnen vanuit het hoge noorden, PSV lijkt te gaan verliezen. Uiteindelijk wordt het zelfs 4-1 voor FC Groningen dat onder leiding van de ‘rokende magiër’ Milko Djurovski de Eindhovenaren alle hoop op een nieuwe landstitel lijkt te ontnemen.
Op de toenmalige Schietribune, een gigantisch hoog houten ding dat de gehele lange zijde tegenover de eretribune bestrijkt waar normaal bijna niemand op zit, is het al snel groot feest onder de Ajax-fans want de landstitel kon ‘ons’ feitelijk niet meer ontgaan. Een puntje halen tegen het zieltogende SVV, tijdens een veredelde thuiswedstrijd met uitgelaten eigen fans op de tribune…..tja, een formaliteit.
Na een minuut of twintig echter een domper. Ajax staat niet op te letten achterin en Feyenoord-huurling Zier Tebbenhoff, eens op Zuid gezien als de zoveelste opvolger van Kindvall, schiet droog de 1-0 binnen. Volgens het fotografische geheugen zag keeper Edwin van der Sar er hier ook niet helemaal fris uit maar ach….nog ruim zeventig minuten om een goaltje te maken.
Ook de rust breekt echter aan met 1-0, in Groningen was het allang beslist. Bij Ajax staan toch met Dennis Bergkamp, Wim Jonk, Bryan Roy, Frank de Boer, Johan van ’t Schip, Jan Wouters en Danny Blind niet de slechtste spelers van Nederland aan de aftrap. Beenhakker gaat het al snel over een andere boeg gooien, het moet opportunistischer. Met Ron Willems voor De Boer komt er een extra stormram bij, het voetbal wordt er niet verfijnder op zeg maar…..en de beste passer van achteruit staat onder de douche. Dat het vervolgens echter 1-0 blééf …..dat was een wonder. Ajax krijgt kans op kans maar de bal wil er maar niet in. De lat wordt geraakt maar het is vooral de teen van doelman Joop Hiele, lang voordat die van Casillas bekend werd, welke ervoor zorgt dat een schot van Jan Wouters niet in het doel verdwijnt. Duizenden Ajacieden hingen al in de hekken maar die teen van Hiele…..nou ja…wat een drama was dat zeg.
Een week later wint Ajax in een volgepakt Olympisch Stadion met 3-0 van Vitesse maar PSV doet dat met dezelfde cijfers tegen Volendam. Ajax druipt af. Geheel onnodig dus.
De aanvallend bedoelde wissel van Henk Ten Cate
Het is inmiddels 2007. Tussendoor heeft Ajax ook vooral de schalen van 1993 en 2003 op een haar, en vooral opnieuw onnodig, aan Feyenoord en PSV gelaten. In 2007 is Henk Ten Cate trainer van Ajax dat inmiddels in de Arena speelt natuurlijk. Er staat een prima team met spelers als Wesley Sneijder, Jaap Stam, Edgar Davids, Kenneth Perez en Klaas-Jan Huntelaar. Na een stroeve start begint Ajax vooral na de winterstop ouderwets te swingen. De terugkeer van Davids speelt daar een belangrijke rol in. In Eindhoven wordt PSV met 1-5 vernederd (in dat duel overigens een geniale wissel van Ten Cate door Tom de Mul te brengen als PSV met drie achterop gaat spelen. De defensie van PSV komt daarmee in een veel breder speelveld te staan en wordt vervolgens geslacht met drie extra goals in de slotfase) terwijl Feyenoord zelfs twee keer met het grootste gemak wordt weggespeeld.
Deze keer doet ook AZ mee om de titel. Onder trainer Louis van Gaal is de Alkmaarse formatie op de 34e speeldag met een zege zelfs kampioen. Die week ervoor gebeuren echter ook vreemde zaken, vooral in Amsterdam. PSV speelt gelijk bij FC Utrecht door een late gelijkmaker van de ‘jochies’. Ajax en PSV staan daarmee gelijk en qua doelsaldo is het ook bloedstollend spannend. Ajax speelt thuis tegen Sparta en staat na een kwartier al op 3-0. Een monsterzege ligt in het verschiet maar dan overspeelt Ten Cate zijn hand.
De trainer besluit om net na die 3-0 een verdediger op te offeren (Ogararu) en met Perez een extra aanvaller in te brengen. Natuurlijk….hij wil nog meer goals maar het tegendeel blijkt zijn (niet eens onverwachte) lot. Ajax gaat stroever spelen, teveel mensen voor de bal kan soms dodelijk zijn voor de eigen kansen, het zorgt voor kleinere ruimtes voorin. Sparta komt zelfs tot 3-2 maar uiteindelijk wint Ajax nog met 5-2. We zullen het nooit weten maar als Ten Cate niet had gewisseld is het moeilijk voor te stellen dat het niet minstens 5 of 6-0 was geworden.
Een week later komt Ajax dat duur te staan. AZ gaat onderuit bij het al gedegradeerde Excelsior (3-2) omdat doelman Boy Waterman al snel tegen een rode kaart (plus strafschop tegen) aanloopt. Het komt dus aan op het doelsaldo betreffende Ajax en PSV. Het wordt een bloedstollende middag, Ajax speelt in Tilburg bij een zich fel verwerend Willem II terwijl in Eindhoven Vitesse als een opgewarmd lijk naar de slachtbank wordt gevoerd, uiteindelijk trekken de mannen van trainer Ronald Koeman (PSV) dus wéér onverwachts aan het langste eind. Met één goal verschil, net zoals in 1991.
De Vijverberg als Waterloo
Wie kan het zich niet meer herinneren? Eerlijk is eerlijk: in dat seizoen is Ajax niet de beste ploeg van de competitie maar de landstitel op de laatste speeldag bij het al tot de nacompetitie veroordeelde De Graafschap verspelen behoort toch wel tot de grootste Amsterdamse decepties allertijden. Zeker nationaal gezien. En een zoveelste cadeau aan PSV dat zijn weerga niet kent.
Onder trainer Frank de Boer is Ajax op dat moment tussen 2011 en 2014 net vier keer achter elkaar kampioen geworden, nadat in 2010 na de winterstop vijftien duels achter elkaar gewonnen werden (Martin Jol is dan nog de coach) maar toen toch nog de titel aan toenmalig nationaal troetelkindje FC Twente moest laten. Ook hier scheelde het maar één puntje.
PSV is in 2015 echter duidelijk de sterkste en ook een seizoen later komt Ajax er niet echt aan te pas. De Amsterdammers tonen echter wel karakter en blijven lang in het spoor. Als Ajax dan ergens in de lente verrassend met 0-2 in Eindhoven wint staat men ineens weer bovenaan. Strompelend wankelt het team naar het einde maar als op de 33e speeldag FC Twente in een bomvolle Arena met 4-0 wordt verslagen dan kan er eigenlijk niets meer fout gaan.
Alleen nog drie punten ophalen bij De Graafschap dat zich ‘waarschijnlijk wel zou sparen voor de naderende nacompetitie’.
Al snel wordt het door Amin Younes 0-1 op De Vijverberg, opluchting alom. Net daarvoor is een eerdere treffer van de kleine linksbuiten al geheel onterecht afgekeurd. Even later heeft Vaclav Cerny de 0-2 voor het intikken maar tot ontsteltenis van alles en iedereen besluit hij te wild over het doel.
Er sluipt angst in het team, duidelijk zichtbaar. Maar ja, De Graafschap…hoe zouden die ooit moeten gaan scoren? Het antwoord komt vlak na rust als de bal bij toeval ineens voor de voeten van Bryan Smeets (notabene Ajax-fan) komt en de middenvelder met links een binnenkant-voet-schuiver loslaat welke de net een stapje zettende doelman Jasper Cillessen gek genoeg te machtig is: 1-1.
Er is dan nog heel lang te spelen maar, niet voor het eerst, slaat dan de paniek toen bij coach Frank de Boer. Voor de zoveelste keer haalt hij dan zijn nooit succesvolle en Ajax-onwaardige ‘lange-halen-op-boomstammen’ tactiek van stal. Notabene topscorer Arkadiusz Milik, verkerend in een prima vorm, wordt gewisseld. Alle ballen moeten op de naar de spits gedirigeerde voorstopper Mike van der Hoorn. Vanaf dat moment komt De Graafschap geen moment meer in gevaar en onder hoongelach van de verbaasde Superboerenfans vergeet men zelfs dat er een nacompetitie aan komt. Spelers als Ted van de Pavert, tegen een spits als Milik erg kwetsbaar, heerst ineens als een veldheer. Lange ballen, welke hij vijftig meter ziet aankomen, wegkoppen….dat beheerst hij wel.
Frank de Boer maakt zich hier belachelijk, het kost Ajax de landstitel. En ja….opnieuw krijgt PSV een cadeau van ongekende proporties in handen. De Boer gaat weg, Peter Bosz komt. Ajax gaat beter voetbal spelen, er wordt meer geld uitgegeven ook. Ondanks dat ook de titel van 2017 op een haar na, mede door een lange Europese campagne welke eindigt in een verloren finale, aan Feyenoord moet worden gelaten wordt alles anders. Zeker als Erik ten Hag daarna aan zijn weergaloos voetballende mag formatie gaat bouwen.
Maar nu is het 2022. Ajax begint weer verdacht veel op dat team uit 2016 te lijken. Het is te hopen voor de miljoenen Ajax-fans in dit land dat Ten Hag niet dezelfde paniek in zijn lichaam laat vloeien. In Eindhoven geloven ze nog steeds keihard in een stunt, en dat is gezien bovenstaande eigenlijk ook niet zo raar ook. Ajax is gewaarschuwd.