Ajax voorkomt vierde nederlaag op rij door PEC Zwolle simpel aan de kant te zetten

Verslaggever: Willy Rooyakkers

Vorig seizoen verloor Ajax aan het begin van de decembermaand eveneens een aantal keren op rij waarna het team voor langere tijd aan het zwalken ging. Door de verliespartijen tegen Liverpool, FC Twente en Atalanta Bergamo leek het ook nu enigszins deze kant op te gaan maar door zaterdagavond met 4-0 van PEC Zwolle te winnen braken de Amsterdammers gelukkig resoluut met deze mini-conjunctuur. Klaas-Jan Huntelaar, Quincy Promes, Antony en Ryan Gravenberch mochten een goaltje aan de persoonlijke statistieken toevoegen.

Als de nood het hoogst is komt er in de Eredivisie meestal wel een soort van ‘opgewarmd lijk’ langs waardoor voor clubs als Ajax de primaire redding weer nabij is. Nu deed PEC Zwolle, vorige week nog te sterk voor Vitesse, er heus wel alles aan in de Johan Cruijff Arena deze avond maar toch betekende men niet meer dan een soort van speelbal. En dat terwijl de gastheren niet konden beschikken over een karrenvracht aan selectieleden. Zo waren David Neres, Zakaria Labyad, Noussair Mazraoui, Lassina Traoré, Brian Brobbey en Mohammed Kudus om uiteenlopende redenen niet beschikbaar voor trainer Erik ten Hag. Zo kon het eveneens gebeuren dat good-old Klaas-Jan Huntelaar weer eens in de basis mocht beginnen. Het duurde vervolgens niet lang voordat de goalgetter uit Hummelo op ouderwetse wijze zijn hoofd tegen een prima voorzet van Antony zette: 1-0. Doelman Michael Zetterer had het nakijken en ook de defensie van de Zwollenaren zag er niet goed uit maar het betekende wel degelijk weer een échte typische Huntelaar-goal en dat deed een beetje Ajacied meer dan goed. Ook de 37-jarige zélf vierde zijn goal met een gelukzalige, bijkans kinderlijke, blik op het gezicht. Prachtig om te zien.

Even later lag de tweede treffer al tegen het doelnet uit te rusten. Na een mooie combinatie door het hart van de Zwolse defensie kwam Quincy Promes, gestart als een soort van schaduwspits, in balbezit waarna de grote dissonant van de laatste weken eindelijk weer eens wat vorm showde door koelbloedig de 2-0 in de hoek te prikken. Daarna had Ajax eigenlijk een ‘2020-pingel’ moeten krijgen want er werd duidelijk hands gemaakt maar scheidsrechter Pol van Boekel had er, gesteund door de VAR, geen zin in en dat was in feite ook wel te snappen. Antony had daarna geluk dat een soort van natrappende beweging in een air-kick verzandde want anders had hij onherroepelijk met rood naar de kant gemoeten. Slim is anders maar het liep met een sisser af. Met de blessure van Neres erbij kan Ajax op dit moment immers niet echt een schorsing van Antony gebruiken. Vlak voor rust was hij er overigens op pure snelheid vandoor om vervolgens koelbloedig de 3-0 onder Zetterer door te schuiven. De goalie van de gasten keepte overigens aardig, aan hem lag het niet dat PEC een kansloze avond beleefde.

Na de pauze sloeg Ten Hag logischerwijs volop aan het wisselen. Over drie dagen wacht namelijk alweer een zware bekerpot tegen cupfighter FC Utrecht dat alleen via die dennenappel alsnog iets van het nu al zieltogende seizoen kan maken. Het leuke was dat daardoor Kenneth Taylor en Victor Jensen mochten debuteren in een competitiewedstrijd, ook Devyne Rensch kwam nog in de ploeg. Het maakte allemaal niet uit want PEC had niets in te brengen. Er kwamen best nog wel wat kansen maar het duurde uiteindelijk tot de 92e minuut voordat er nog een goaltje viel te noteren. Na een moeizame hotseknots aanval over Promes en Sean Klaiber was het Ryan Gravenberch die overzicht en traptechniek etaleerde en zodoende beheerst vanaf een meter of zestien de eindcijfers wist vast te leggen: 4-0. Eén ding is zeker: Ajax blijft ook na dit weekend koploper in de Eredivisie.