Rapport Commissie Coronel: aanbevelingen voetbaltechnisch beleid

Verslaggever: P.

De commissie Coronel had eveneens tot opdracht het voetbaltechnisch beleid te bekijken. Uit de aanbevelingen die hierop betrekking hebben blijkt dat er meer behoefte is aan procedures, kwaliteit een lange termijn-visie en rust. Er wordt gepleit voor een helder model met duidelijk omschreven verantwoordelijkheden aan de top.

Met name de verhouding tussen de Technisch Directeur en de trainer/coach moet duidelijker en verbeterd worden. De situatie dat een Technisch Directeur alleen in theorie direct leidinggevende is van een sterke trainer die zijn eigen staf meeneemt, zoals de afgelopen jaren vaker voor is gekomen, dient te worden vermeden. Ook de verkeerde volgorde van aanstelling (eerst een hoofdcoach en dan een Technisch Directeur) dient vermeden te worden. Om dit op te kunnen lossen, kan er een keuze worden gemaakt tussen twee modellen.

1. Een sterke trainer met bewezen managementkwaliteiten die leiding geeft aan de gehele betaald voetbal afdeling waaronder een hoofd scouting (model Louis van Gaal 1991-1997). In dit model dient de Algemeen Directeur een voetbalachtergrond te hebben.
2. Een sterke Technisch Directeur met ruime verantwoordelijkheden en bevoegdheden die de baas is van een goede trainer. Deze trainer is uitsluitend verantwoordelijk voor de training, coaching, opstelling en tactiek van het eerste elftal. In dit model geeft de Technisch Directeur leiding aan de gehele betaald voetbal afdeling en bepaalt hij alle voetbaltechnische aanstellingen.

Enkele andere aanbevelingen en constateringen, waaronder enkele schokkende:

* Het technisch beleid over de afgelopen tien jaar is mede door het grote aantal wisselingen in leidinggevende functies onvoldoende gebaseerd gweeest op de lange termijn. Mede als gevolg hiervan zijn de resultaten sterk achtergebleven.

* In de tweede helft van de onderzoeksperiode zijn in toenemende mate spelers van buiten aangetrokken voor de breedte of omdat er geen of een geringe transfersom verschuldigd was. Dit in plaats van spelers die Ajax aantoonbaar op een hoger niveau konden brengen.

* De organisatie rondom de scouting betaald voetbal wordt gekenmerkt door een gebrek aan vaste procedures. De betrokkenen in de scouting hebben onvoldoende vertrouwen in elkaars oordeel.

* Van een aantal spelers is niet duidelijk op welke basis en op wiens gezag zij zijn aangetrokken. De betrokkenen geven daarover tegenstrijdige verklaringen. In een aantal gevallen zijn spelers aangetrokken zonder scoutingsrapport.

* De jeugdopleiding is organisatorisch goed opgezet en de jeugdscouting is structureel goed georganiseerd. De kwaliteit van de jeugdtrainers dien over de hele linie genomen echter te worden verbeterd. De wetenschappelijke onderbouwing van de trainingsmethodieken en de controle daarop dient te worden uitgebreid.

Meer op Ajax.nl